Begin met de krukas op z'n bovenste dode punt te zetten.
Je hebt een sleutel 38 mm nodig om de krukas te verdraaien.
Heb je de niet, pak dan de koelschroef beet en draai daar
mee. Dat gaat het makkelijkst als je eerst de bougies
verwijderd. Merk de bougiekabels, zodat je straks nog weet
welke kabel bij welke bougie hoort.


Motor op z'n bovenste dode punt (BDP). Zet het merkteken
gelijk met het grote streepje.

Haal de verdelerkap van de stroomverdeler af. De
bougiekabels hoef je er niet af te nemen als je de kap zelf
niet gaat vernieuwen. Is dat wel het geval, zorg er dan in
ieder geval voor dat je de juiste kabel op de juiste plaats
in de kap plugt.


Controleer aan de hand van de stand van de rotor welke
bougie ontsteking hoort te krijgen met de krukas in z'n BDP.
Dat is ofwel cilinder 1 ofwel cilinder 4. Straks moet je hem
precies hetzelfde terug zetten. Kijk naar welke bougiekabel
hij wijst. Schrijf alles zorgvuldig op, maak aantekeningen
of desnoods foto's. Als je de stroomverdeler, kap of kabels
straks niet juist plaatst en je hebt geen kennis ervan is er
geen beginnen meer aan zonder deskundige hulp. Draai, als de
stroomverdeler éénmaal uit het blok is niet aan de
krukas. Koppel desnoods de minpool van de accu af zodat
niemand hem per ongeluk start.
Haal het vacuümdarmpje van de vacuümdoos af.

Zet met een sleutel 13 mm de bevestiging van de
stroomverdeler los en neem ze weg. Maak eerst een
aantekening met een verfstift op het blok en op de
stroomverdeler zelf. De witte verf is ook op de afbeelding
te zien.
Zo kan je hem straks in dezelfde positie terugplaatsen en
hoef je niet of bijna niet af te stellen. De motor zal in
elk geval starten met deze afstelling. Doe dit voordat je de
beugel los zet. De stroomverdeler kan zichzelf verzetten als
hij los is.


Nu kan de stroomverdeler uit het blok getrokken worden.
De stekker die je ziet zit er bij jouw niet op. Wel een
enkel bruin draadje dat je moet losmaken.

Terug monteren gaat in precies de omgekeerde volgorde. De
voorontsteking afstellen doe je best met een
stroboscooplamp. Heb je die niet, kan het ook met een simpel
12V testlampje. Met een stroboscoop afstellen is dynamisch
regelen, met een testlampje statisch. Dynamisch is altijd
beter, dus als je de mogelijkheid hebt stel de
voorontsteking dan dynamisch af.
Klem het massaklemmetje van de testlamp op het bruine
draadje dat op de stroomverdeler zit en het andere uiteinde
zet je op de pluspool van de accu. Zet nu het merkteken van
de krukaspoelie tussen de 2 kleine streepjes op het
distributiedeksel. Zet de klem van de stroomverdeler iets
los en draai met de stroomverdeler totdat het lampje net aan
gaat. Zet de stroomverdeler nu vast. De voorontsteking zou
nu behoorlijk juist moeten staan. Stel voor de zekerheid ook
de contactpuntjes nog even af.
Contactpuntjes vervangen en afstellen.
De 1600 is erg old skool en heeft dus nog
contactpuntjes.
Vele zijn omgebouwd naar een moderner systeem dan
contactpuntloos is. Je hebt daar 2 varianten in: hall of
inductie, maar daar gaan we hier niet verder op in.
Begin met de verdelerkap eraf te halen. Ook de rotor haal
je eruit. Die zit vast met 2 schroefjes. Bekijk meteen de
koperen contactjes en ook die in de verdelerkap. Maak ze
goed schoen met een klein schroevendraaiertje of een
nagelvijltje. Als ze ingevreten zijn, kan je de hele handel
beter gelijk vernieuwen. Nu gaan we de contactpuntjes
vervangen/afstellen. Bekijk onderstaande afbeelding.
- Rood: bevestigingsboutjes contactpunten
- groen: bevestigingsboutje draad
- blauw: sleuf voor afstellen.
- oranje: nok

Draai de krukas zo dat 1 van de 4 nokken de
contactpuntjes zo ver mogelijk uit mekaar duwt. Dit is als
de nok tegen het viltje aandrukt. Draai nu rood en groen los
en haal de contactpuntjes uit de verdeler. Als je een
magnetische schroevendraaier hebt, gebruik die dan. De
boutjes willen nogal eens ergens vallen waar je ze niet meer
vindt het eerste uur. Neem de nieuwe contactpuntjes en
plaats ze in de verdeler. Zet de rode schroefjes nog niet
volledig vast. In het gaatje aan de blauwe pijl kan je een
schroevendraaiertje steken om de grondplaat van de
contactpuntjes te verzetten. Stel met een voelermaat de
puntjes zo af dat ze 0,35-0,45 mm uit mekaar staan. Zorg er
wel voor dat de nok de puntjes helemaal open drijft. Zet de
boutjes nu vast en controleer de afstelling. Doe een heel
klein beetje vet op de nokken.

Het is een goed plan om meteen ook de
condensator te
vernieuwen. Die zit aan de buitenkant van de stroomverdeler.
Hij kost maar een paar centen en het kan je een boel
narigheid besparen. De condensator zorgt ervoor dat de
puntjes niet inbranden.
Ik raad aan om, samen met de bougies, de contactpuntjes
elke 10 000 km te vervangen. Ze zijn dan nog niet versleten,
maar je speelt beter op safe. Controleer in ieder geval de
staat ervan.

Het is uiteraard verstandig om samen met de
contactpuntjes de bougies te vervangen. Aan de staat van de
bougies kan je goed merken in welke staat van onderhoud je
ontstekingssysteem is.
 |
 |
 |
Nieuwe bougie |
Normale bougie |
Ontsteking niet
goed |
|
|
|
 |
 |
 |
Olieverbruik |
Mengesel te
arm/ontstekingstijdstip te vroeg |
mengsel te
rijk/ontstekingstijdstip te laat |
|
|
|
 |
 |
 |
Bougie te
heet/ontstekingstijdstip te vroeg |
- Lek in
koppakking of spruitstukpakking - zeer arm
mengsel, ontsteking te vroeg - te grote afstand
tussen elektroden |
bougie is aan
vervanging toe. |
Hou er wel rekening mee dat als je motor pas koud gestart
is en dus op choke loopt de bougie altijd zwart zal zijn.
|